ChristenUnie op werkbezoek in Hiaure
ChristenUnie op werkbezoek in Hiaure
Hiaure. In de nabijheid van Dokkum gelegen, is een delegatie van de fractie ChristenUnie Noardeast- Fryslân op werkbezoek bij de biologische boerderij van Sjoerd de Hoop. Het bedrijf draait niet in de eerste plaats op het houden en verhandelen van dieren, maar op samenwerking met andere bedrijven. Biologisch geteeld gras gaat naar de naburige biologische boer, mest van de biologische kippenfarm van de buurman wordt weer gebruikt op het land van De Hoop en op het verhuurde land van een biologische akkerbouwer. In de winterperiode biedt De Hoop in zijn stal opvang voor vee uit natuurgebieden. Naast dit alles wordt het gerestaureerde Koetshuis verhuurd aan mensen die rust en ruimte zoeken en houden van de stilte van de nacht.
De Hoop geniet van het vertellen en uitleggen van wat hem bezig houdt. Of dit nu over vee gaat, over bodemgesteldheid, over balans zoeken tussen eigen inwoners en toeristen in het gebied, over Gasten Gilde en de kracht van versnippering en kleinschaligheid, De Hoop legt het klip en klaar uit. Geen speld tussen te krijgen. Zeven jaar geleden had hij nog 45 melkkoeien. De keuze kwam tussen opschalen of iets anders gaan doen. De behoefte om duurzaam te gaan boeren had DE Hoop al in de jaren ’80. Uitputting van de grond en oog voor een gezond bodemleven deed hem anders besluiten. Biologisch boeren en meer rust in het bedrijf maar ook de recreanten betrekken bij het boerenbedrijf.
Het bedrijf, lid van Gasten Gilde, beschikt over een duurzaam gerestaureerd Koetshuis. Verhuur ervan is één van de nieuwe bedrijfsactiviteiten. De Gilde werk nauw samen met ondernemers in Noardeast-Fryslân, werken duurzaam samen door naar elkaar door te verwijzen. Beter 100 kleinschalige ondernemers dan een paar grote projectontwikkelaars (investeerders van buiten) die het rendement buiten Fryslân uitgeven. Daarbij wel een gezonde spreiding van het aantal ondernemers over onze hele nieuwe gemeente in ogenschouw nemend. Kleinschaligheid geeft een goede mix tussen toeristen en de lokale bevolking die elkaar (bijna) dagelijks tegenkomen. Toeristen gebruiken lokale voorzieningen, infrastructuur, fietspaden en landweggetjes. Een recreatiepark met alle voorzieningen (zwembad, supermarkt, horeca etc.) mixt zich nauwelijks met de lokale bevolking en haar voorzieningen. Deze lokale bevolking is de beste ambassadeur voor het gebied. Immers, zij kennen de historie, nieuws en wetenswaardigheden maar moeten goed begrijpen waarom “de toerist” hier naar toe komt. Door belevenissen en over het gebied te vertellen, wek je interesse op bij de recreanten en trek je ook op die manier mensen naar dit gebied. Het elkaar aanvullen mag niet elkaar verdringen.
In de nabije toekomst zullen er een heel aantal boerderijen, vaak met een karakteristiek beeld, leeg komen te staan. Wat zou het mooi zijn dat deze gebouwen worden bewaard voor de toekomst door er een andere bestemming (herbestemming) dan veehouderij er aan te kunnen geven. Te denken valt aan zorg, recreatie in combinatie met zorg. Hierin meenemen dat asbestsanering samen mot gaan met energiebesparing. Neveninkomsten uit de herbestemming zijn dan zeer welkom.
De kracht van kleinschaligheid vraagt om een andere aandacht voor beleidsambtenaren en bestuurders. In veel oudere plannen verwachte men vaak te veel van grootschalige vakantieparken en aanleg van nieuwe infrastructuur. Neem de Centrale As. Deze faciliteert de lokale bevolking om hier te blijven kunnen wonen maar dan is het effect er ook voor de toerist. Kleinschaligheid heeft een lagere bezettingsgraad nodig om een bestaan te kunnen genereren ten opzichte van een groot park. Van de 365 dg./jaar een bezetting van 50% lukt redelijk goed. Een Esonstad moet al snel boven de 70% zitten om rendabel te zijn. Buiten het seizoen wordt dan ook vaak met seizoenkorting gewerkt. Kleinschalige recreatiebedrijven spreken een doelgroep aan die zich interesseren voor streekmerken zoals Dokkum, De Wadden, Lauwersmeergebied en de Nationale Landschappen.
Dit vraagt niet om arrangementen. Deze doelgroep “vermaken” zichzelf prima. Vaak voorbereid, weten zij ook het Fries museum of het Natuurmuseum te Leeuwarden prima te vinden. Een dagje Ameland of Schiermonnikoog is ook bekend. Hoeveel toeristen kan onze nieuwe gemeente aan? Vooral buiten het hoofdseizoen. Wanneer zitten wij te vol? Welke doelgroepen willen wij graag nog meer verwelkomen? Wat doet geen afbreuk aan onze eigen belevingswaarden en onze inwoners? “Pikken” de toeristen de huizen hier niet in? Hoeveel rek zit er nog in B&B’s?
Tot slot nog een paar kengetallen:
Gemeente Noardeast-Fryslân kent 244 hotelbedden, 302 B&B bedden, 277 bedden in groepsaccomodatie en 344 vakantiehuizen.